Klemens Maria Hofbauer, die bekend staat als de “Apostel van Wenen,” toonde in zijn leven een diepe en bijna mystieke toewijding aan het Kruis van Christus. Voor Hofbauer was het Kruis veel meer dan slechts een symbool dat in kerken of op schilderijen te zien is; het was een levende, allesdoordringende werkelijkheid, een wegwijzer voor de weg die Jezus bewandelde en een herinnering eraan, dat liefde en lijden vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hofbauer beschouwde het lijden van Jezus niet alleen als een historische gebeurtenis, maar als een eeuwige waarheid die in het leven van elke christen aanwezig zou moeten zijn. Zijn benadering van het Kruis werd gevormd door de woorden van Jezus: “Als iemand mij wil volgen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en mij achterna gaan” (Matteüs 16:24).
Hofbauers gebedsleven bestond vaak uit stille contemplatie van de Kruisweg. In deze meditatieve oefening vond hij, zo lijkt het, een soort spiritueel ankerpunt dat hem hielp om de vele uitdagingen in zijn eigen leven met kalmte en innerlijke kracht te dragen. Voor Hofbauer was de Kruisweg niet slechts een terugblik op de pijn en het offer van Christus, maar een uitnodiging om zichzelf een plaats te geven op deze reis. Elke statie bood een les, een stap dichter naar God en naar verlossing — een oproep om zijn eigen kruis op zich te nemen, zoals Jezus dat had gedaan. De woorden van Paulus in zijn brief aan de Galaten vatten deze houding goed samen: “Wat mij betreft, ik zal mij nooit op iets anders laten voorstaan dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld” (Galaten 6:14).
Maar wat betekent het Kruis werkelijk? Voor sommigen is het misschien slechts een religieus embleem, voor anderen een sieraad, en voor weer anderen een overblijfsel uit een andere tijd. Voor Klemens Maria Hofbauer was het Kruis echter de kern van zijn geloof en zijn bestaan. Hij begreep dat het lijden van Jezus niet het einde was, maar het begin — een overgang, een reis van duisternis naar licht. In deze dubbele betekenis vond Hofbauer grote kracht: het lijden accepteren zonder erin vast te blijven zitten, zwakheden omarmen zonder te wanhopen, en fouten uit het verleden zien als stappen op de weg naar verlossing. De woorden van de apostel Paulus in zijn brief aan de Korintiërs beschrijven dit perspectief perfect: “Want het woord over het kruis is dwaasheid voor hen die verloren gaan, maar voor ons die worden gered, is het de kracht van God” (1 Korintiërs 1:18).
De kracht van het Kruis manifesteerde zich op indrukwekkende wijze in Hofbauers leven. Van zijn bescheiden begin in Moravië tot zijn studie in Wenen, zijn missie in Warschau en uiteindelijk zijn terugkeer naar Wenen — overal stuitte hij op weerstand, afwijzing, armoede en minachting. Maar zoals het Kruis zelf, dat stevig in de aarde geworteld is en tegelijkertijd naar de hemel gericht, stond ook Hofbauer onwankelbaar in zijn toewijding aan God en de mensen. Hij zag dat de moeilijkheden van het leven — armoede, verlies, ontbering — uiteindelijk deel uitmaakten van de reis, dat ze een christen vormen en hem laten zien hoe diep de liefde van Christus werkelijk gaat. “God echter bewees Zijn liefde voor ons, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8).
In het teken van het Kruis vond Hofbauer ook een manier om mensen van verschillende culturen, talen en sociale lagen met elkaar te verbinden. In Warschau, waar hij de Duitse nationale kerk St. Benno overnam, trokken zijn diensten en preken vaak mensen uit diverse achtergronden en sociale klassen aan. Zijn manier van preken, bidden en het vieren van de Eucharistie trok mensen aan omdat ze voelden dat zijn toewijding oprecht was. Hij leefde wat hij predikte — en hij predikte wat hij leefde: het Kruis als symbool van onvoorwaardelijke liefde. Uiteindelijk, in Wenen, waar hij na vele ontberingen een toevlucht vond, zette hij zijn missie voort en werd hij de “Apostel van Wenen.” Hier bleek opnieuw zijn vermogen om te stralen te midden van uitdagingen, een voorbeeld te zijn en het Evangelie in de harten van velen te verspreiden.
Voor Hofbauer was het Kruis meer dan slechts een theologisch thema of een element van de christelijke symboliek. Het was de bron van geestelijke kracht die hem steeds weer opriep om anderen te dienen, scholen te stichten, voor de armen te zorgen en de behoeftigen te steunen, zowel in Warschau als in Wenen. Uit deze geestelijke bron groeide zijn unieke empathie, zijn begrip voor het lijden van anderen en zijn vermogen om troost te bieden waar woorden alleen niet genoeg waren. Hij begreep dat het Kruis niet alleen een symbool van lijden was, maar ook van hoop — een hoop die hem en zijn tijdgenoten de kracht gaf om door te gaan, zelfs wanneer de weg oneindig zwaar en moeizaam leek. De woorden van Petrus raken hier diep: “Hij heeft Zelf onze zonden gedragen in Zijn lichaam op het hout, opdat wij voor de zonden zouden sterven en voor de gerechtigheid leven; door Zijn striemen bent u genezen” (1 Petrus 2:24).
Vandaag de dag, terwijl we navigeren in een wereld vol afleidingen, crises en onzekerheden, zou het Kruis, begrepen zoals Hofbauer het begreep, ook voor ons een anker kunnen zijn. Het herinnert ons eraan dat verdriet en vreugde vaak hand in hand gaan, dat de weg naar de opstanding door de duisternis loopt. Net zoals Hofbauer dat in zijn dagelijks leven deed, zouden ook wij kunnen leren om ons eigen kruis met waardigheid en vertrouwen te dragen, in het vertrouwen dat God met ons meeloopt en dat geen enkel lijden zinloos is. Door de Kruisweg in onze dagelijkse gebedspraktijk en stille contemplatie op te nemen, kunnen we het zien als een geestelijke oefening die ons nederigheid leert, compassie bevordert en ons eraan herinnert dat we zelfs in de donkerste tijden op Gods licht kunnen hopen.
Hofbauers nalatenschap staat als een getuigenis dat het Kruis geen afgesloten hoofdstuk is, maar een levende werkelijkheid die ons door de tijden heen draagt. Het Kruis nodigt ons uit om onszelf te verloochenen, de noden van anderen boven die van onszelf te stellen, en ons te herinneren dat ware kracht ligt in overgave aan God. Misschien vinden we in de woorden van Galaten het antwoord op de vraag waarom het Kruis zo belangrijk was voor Hofbauer — en nog steeds voor ons: “Wat mij betreft, ik zal mij nooit op iets anders laten voorstaan dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus.”