De redemptoristen vormen een congregatie of kloosterorde. Onze volledige naam luidt: Congregatie van de Allerheiligste Verlosser. Het Latijnse woord voor Verlosser is Redemptor. Vandaar de naam redemptoristen. Als kloosterling of religieus leeft een redemptorist in gemeenschapsverband en volgens de evangelische raden (armoede, ongehuwd leven en gehoorzaamheid).
Er zijn momenteel ca. 5000 redemptoristen, paters of broeders, verspreid over vrijwel alle werelddelen. De algemeen of generaal overste vormt, met zijn raad, het hoogste bestuursorgaan van onze congregatie. Daarnaast zijn er verschillende gemeenschappen van zusters of leken, die met ons redemptoristen zijn verbonden.
Onze wereldwijde congregatie bestaat uit kleinere bestuurseenheden, die provincies worden genoemd. In onze provincie St.-Clemens zijn er vier nationaliteiten.
De provincie omvat Vlaanderen, Nederland, het noordelijke deel van Duitsland en Zwitserland. Daarnaast is de provincie vertegenwoordigd in Irak en de Democratische Republiek Congo.
In 1732 werd de congregatie van de redemptoristen gesticht. Dat gebeurde in het bergdorpje Scala bij Napels, in Zuid-Italië. De jonge priester Alfonso Maria de Liguori (1696-1787) was onder de indruk van het feit, dat de bewoners van dit bergland verstoken waren van pastorale zorg. Ze vormden een maatschappelijke en kerkelijke randgroep. In navolging van Jezus wilde Alfonsus ‘aan de armen de blijde boodschap verkondigen’ (Luc. 4,18).
Wat andere zielzorgers lieten liggen, pakte Alfonsus op. Met dit oogmerk hielden Alfonsus en zijn medebroeders de zogenaamde volksmissies.
Tijdens zo’n volksmissie werd het geloof opgefrist en intensief beleefd gedurende minstens een week.
Dit traditionele pastorale model wordt tot op heden ingezet door ons redemptoristen – of het vormt het grondmodel waarop onze nieuwe vormen van pastoraat zijn geënt. Daarnaast zijn wij redemptoristen voortdurend op zoek naar eigentijdse vormen van evangelisatie.
Het houden van volksmissies bleek niet altijd mogelijk of effectief te zijn – zo wees de geschiedenis uit. Daarom hebben de redemptoristen ook heel andere pastorale methoden ontwikkeld: intensieve bezinningsdagen (retraites), sociaal pastoraat, zorg voor pelgrimsoorden, grote-stad-pastoraat, dialoog met de wetenschap, mediapastoraat. In de keuze van nieuwe methoden waren en zijn de redemptoristen altijd creatief en innovatief.
Een sprekend voorbeeld van deze creativiteit was Clemens Maria Hofbauer (1751-1820) die de congregatie naar Noord-Europa bracht en o.a. in Warschau en Wenen werkte. Hij zette zich in voor de wezen van Warschau. In Wenen deelde hij voedsel uit aan de armen, maar hij zocht met hetzelfde gemak het contact op met de opinieleiders en hogere culturele kringen van de stad.
Van Clemens is het bekende motto: ‘We moeten het Evangelie op een geheel nieuwe manier verkondigen’. Hij zag altijd nieuwe wegen en mogelijkheden wanneer oude wegen waren afgesloten.
De opdracht van de redemptoristen, onze verkondiging, is eenvoudig en fundamenteel evangelisch georiënteerd. We streven ernaar Jezus na te volgen, speciaal door de verkondiging van de blijde boodschap aan de armen.
We leven als gemeenschap in gebed en rond de bron van de Blijde Boodschap en laten anderen in die bron delen. Daarbij richten wij ons met name op pastorale noodsituaties.
Dit houdt in dat wij redemptoristen ons vooral richten op die mensen, die niet worden bereikt door het Evangelie, doordat zij geen contact hebben met de gewone zielzorg of doordat zij vervreemd zijn van de kerk. Een redemptorist wil een christen zijn, die gaat waar anderen niet durven of willen gaan – om juist aan deze mensen het Evangelie te verkondigen in de navolging van Jezus Christus, precies zoals Alfonsus, Clemens en vele andere redemptoristen het hebben gedaan.
Redemptoristen hebben een voorkeur voor de armen, de zwakken en onderdrukten, in wie zij het gelaat van Christus herkennen (Mt. 25,40). Aan hen verkondigen zij het Goede Nieuws in woord en daad, waarbij zij zich ook inzetten voor bevrijding en gerechtigheid. Bij hen willen ze solidair aanwezig zijn.
Er waren altijd redemptoristen die zich, naast hun taak van de verkondiging door het woord, direct en metterdaad hebben ingezet voor de armen en onderdrukten. De zalige Petrus (‘Peerke’) Donders is daarvan een goed voorbeeld. Deze koos in de negentiende eeuw de zijde van de melaatsen en slaven in Suriname.
“Bij Hem is overvloedige verlossing” (ps. 130). Zo luidt het motto van de redemptoristen. Als gemeenschap leven wij vanuit het besef verloste mensen te zijn. We willen wereldwijd samenwerken, opdat deze verlossing ook vandaag de dag ervaren kan worden. Dit houdt concreet in: leven in het vertrouwen dat God ons oneindig bemint. Het houdt ook in: geloven dat deze liefde een menselijke gestalte heeft aangenomen in Jezus Christus. In Hem heeft de menslievende God een reëel gezicht en een naam gekregen.
God wil ons bevrijden en verlossen van alles wat het volle leven dooft. Niemand is ertoe veroordeeld om de gevangene te zijn van fouten uit het verleden of van inhumane maatschappelijke omstandigheden.
De verlossing die Jezus heeft geschonken, omvat heel de mens en is erop gericht alle menselijke waarden tot wasdom te laten komen. De heilige Alfonsus was een bijzonder geestelijk leidsman, die rotsvast geloofde in de bevrijding van mensen van de last van hun verleden en in het mogelijk maken van nieuwe groei.
Van de stichter, de H. Alfonsus, hebben de redemptoristen geleerd om geloofsbeleving en devotie dicht bij het leven te houden en om tot het hart van de mensen te spreken. De intieme nabijheid van God in Christus staat centraal in onze spiritualiteit. God is in het gebed altijd toegankelijk en aanspreekbaar. Het christocentrisme drukt een sterk stempel op onze zielzorg.
Redemptoristen hebben respect voor uiteenlopende vormen van volksvroomheid. We bevorderen bijvoorbeeld de devotie tot de Moeder van Altijddurende Bijstand, onze eigen Maria-icoon. Enkele bijzondere redemptoristen zijn zalig of heilig verklaard. Deze redemptoristen hebben veel mensen geïnspireerd en ze zijn het middelpunt geworden van verering en devotie. De heilige broeder Gerardus Majella (1726-1755) is zo’n bijzondere redemprorist. Aan hem is het pelgrimsoord in Wittem (NL) gewijd.
Alfonsus was een gedreven schrijver. Hij was dan ook van mening dat zijn talrijke publicaties een goede manier waren om de Blijde Boodschap te verspreiden. Behalve populair religieuze geschriften, gaf hij ook wetenschappelijke werken uit. Van onze stichter Alfonsus hebben wij redemptoristen de belangstelling voor de wetenschap geërfd – vooral voor de moraaltheologie en de praktische vakgebieden, die hij opvatte als een ondersteuning voor de biechtvader of geestelijk begeleider.
De moraaltheologie van Alfonsus hing nauw samen met zijn geloof in en zijn opvatting over Jezus als de Verlosser. Volgens Alfonsus is voor niemand de weg naar heil en zegen afgesloten en is niemand voorgoed verloren: een nieuw begin is altijd mogelijk. Bij moeilijke keuzes die mensen moeten maken, had hij altijd groot respect voor het individuele geweten en de menselijke vrijheid.
Tegelijk stelde hij aan zichzelf hoge eisen en verwachtte hij van zichzelf en anderen om te blijven streven naar het ideaal van het Rijk Gods.
Redemptoristen proberen radicaal en compromisloos te zijn in hun trouw aan het ideaal: de verkondiging van de Blijde Boodschap. We willen daarbij altijd ruimhartig, pragmatisch en creatief zijn in de vormgeving aan dit ideaal.
Onze grote voorbeelden in de traditie en hun vele moderne volgelingen hebben steeds nieuwe vormen gezocht en gevonden om het Evangelie te verkondigen.
Daarom bevinden redemptoristen zich ook op de meest onverwachte plaatsen: in de school, in de massamedia, in het vormingswerk, in het gevangenispastoraat, in het straathoekwerk met jongeren en randgroepen enz.
We gaan steeds weer in dialoog met de wereld van vandaag. We zien in deze wereld tekenen van Gods aanwezigheid en verstaan deze als Gods stem.
Om de vinger aan de pols te houden van de ontwikkelingen in kerk en samenleving is de wetenschapsbeoefening onontbeerlijk. Er zijn redemptoristen die hun dagtaak maken van moraaltheologie, kerkelijk recht, menswetenschappen etc.
Er zijn wereldwijd ruim 5000 religieuzen (broeders en paters) lid van de Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (ook wel afgekort als C.Ss.R., van het Latijnse Congregatio Sanctissimi Redemptoris.) Steeds weer geven jonge mannen gehoor aan de roepstem van God en kiezen ze voor een leven als kloosterling in ons midden.
Ons idee en onze inspiratiebron delen wij met velen. Samen met de beschouwende gemeenschap van de zusters redemptoristinnen (O.Ss.R.) en de Missiezusters van de Allerheiligste Verlosser (M.Ss.R.) dragen we het Evangelie uit in de wereld.
Dat doen wij ook en in toenemende mate met geëngageerde leken. In de provincie St.-Clemens bestaat er de mogelijkheid geassocieerd lid te worden: leken, vrouwen en mannen, die uitdrukkelijk ervoor hebben gekozen om hun leven te laten inspireren door het redemptoristisch charisma. De redemptoristische familie kent vele mogelijkheden van verbondenheid.